Bijbelverhaal #14

Een overzicht van de vorige verhalen is hier te vinden.

Een voorgelezen versie van de Bijbelvertelling is hier als mp3 beschikbaar.

De kleurplaat van deze week is hier(PDF) te vinden.

3 x kleurplaat of antwoorden op de vragen opsturen = cadeaubon van 5 euro!
Dit kan je doen naar: club@inloopdelichtboei.nl
Graag met je naam en adres erbij.

De kruisiging

Wat een rumoer in de straten van Jerzualem. Moet je kijken hoeveel mensen er op de been zijn. Maar er is ook wel heel wat aan de hand. Want kijk eens, wie lopen daar door de straten van Jerzualem? Het zijn 3 gevangenen. En kijk eens de Heere Jezus loop daar ook bij. En wat dragen ze op hun rug? Een groot zwaar kruis. O, ze zijn op weg naar de heuvel van Golgotha. Daar buiten Jeruzalem. Daar moeten deze 3 gevangenen gekruisigd worden. Ja, ook de Heere Jezus terwijl Hij niets gedaan heeft. Maar de joden willen van Hem af. Ze hebben geroepen kruist Hem Kruist Hem! Weg met Dezen. Ze willen niets met de Heere Jezus te maken hebben. En nu hebben ze hun zin. Kijk, daar gaat de Heere Jezus. O, Hij houdt het niet lang vol. Hij begint te wankelen. Zijn rug is doorploegd. En dat zware kruis dat moet Hij dragen op Zijn rug. En Hij houd het haast niet meer vol. En 1 van de soldaten die ziet het. En hij denkt dit gaat niet goed. Straks is Hij al gestorven voordat we daar bij de heuvel zijn aangekomen. En dat mag niet. En dat kan niet. Hij moet het kruis op, net als die andere twee. En anderen zien het ook al gauw. Dit houdt Hij niet vol. Hij bezwijkt bijna. Wie kan dat kruis dragen? Nee, zelf zullen ze niet helpen want dan verontreinigen ze zich en dan kunnen ze het paasfeest niet meevieren. Want als je een kruis gedragen heb dan ben je verontreinigd. Vlug kijken ze om zich heen. Wie kan de Heere Jezus helpen? Kijk, daar komt een man van de akker af. Wacht die zullen ze eens gauw vragen. Het is Simon van Syrene. En hij weet niet wat er aan de hand is. Hij komt ook niet uit Jeruzalem. Hij komt uit Syrene. En hij is naar Jeruzalem gekomen om over een paar dagen het passfeest te gaan vieren. En daarom komt hij nu van de akker af, daar staat zijn tent opgeslagen. Met nog meer tenten van heel veel anderen mensen die van verre gekomen zijn. Hij weet helemaal niet wat er aan de hand is. En opeens.. word hij ruw beet gepakt. Jij moet Hem gaan helpen met dat kruis. Maar Simon wil niet. Maar ze dwingen hem dat hij dat moet doen. Maar in Simons hart gaat heel veel tekeer vanbinnen. Want ook hij kan straks zo het paasfeest niet vieren als hij dat vervloekte kruis meedraagt. Maar wat hij ook wil en wat hij ook zegt ze luisteren niet naar hem. Hij moet het kruis dragen. Zo gebeurd het ook. Hij draagt het achterste gedeelte van het kruis de Heere Jezus voorop. En zo zien we hun verder op weg gaan naar die heuvel. Ach, Simon weet helemaal niet dat dit het ware OfferLam is. Dat dit het ware paasfeest vieren is. Hij heeft er geen erg in. Hij wil sraks wel paasfeest gaan vieren in de tempel met de andere joden. Misschien heeft hij het later wel verstaan waar hij nu tegen stribbelt. Want toch..het is een zalige gang die Simon hier mag gaan. Want later zal hij waarschijnlijk wel gezien hebben dat het zonde was. Dat hij tegen gestribbelt heeft. En dat hij die weg niet begreep en dat hij het kruis moest dragen. En misschien heeft hij wel paasfeest bij het kruis al in zijn hart mogen vieren. En heeft de Heere door Heilige Geest zijn ogen geopend dat dit het ware paasfeest was. En heeft hij niet in de tempel paasfeest mogen vieren maar wel hier bij de voet van het kruis? Dan is Simon toch heel gelukkig! Kijk, daar gaan ze. En veel mensen spotten deze drie gevangenen langs de kant van de weg na. Maar we horen ook iets anders. We horen ook vrouwen huilen. En de Heere Jezus ziet dat ook. Vrouwen die de Heere Jezus wel liefhebben of die er wel medelijden mee hebben. En ze zien dit voor hun ogen en ze vinden dit ontzettend erg wat hier gebeurd. En ze huilen hard. En de Heere Jezus stopt en Hij zegt: Ween niet over Mij. Maar weent over uzelven. De Heere bestraft hen eigenlijk. Hij zegt, je moet niet over Mij huilen maar huil over jezelf. Met andere woorden met Mij gaat het goed, Ik ga de dood in voor mensen die hebben leren wenen over zichzelf en daarom zeg Hij: Huil maar over jezelf want je zondeschuld staat nog open en die moet verzoend worden. En die weg die ga Ik nu voor jullie, mocht het zijn voor jullie allemaal die nu staan te huilen. Die weg ga ik nu in. En zo zien we de Heer Jezus verder lopen. En dan komen ze erg vermoeid bij de heuvel aan. De soldaten zijn ruw en bars en trekken de klederen zomaar uit van de gevangenen. Want dat was de gewoonte. Ze moesten naakt aan het vloekhout komen. Wat een schande. En ook de Heere Jezus. Zie je Hem staan? Zijn klederen worden uitgedaan. Wat ontzettend! De Heere Jezus naakt! En dat voor naakte zondaren die Het Bloed van de Heere Jezus nog missen, die de Heere Jezus nog niet kennen. Daar komen de soldaten al aan met van die grote nagelen, ja spijkers zouden we zeggen. En ze worden door de handen en de voeten geslagen bij de drie gevangenen. En ze worden ze aan het kruis gespijkerd en de kruisen worden opgericht. Wat een pijnen moet er door het lichaam heen gaan. Maar we horen de Heere Jezus niet één boos woord zeggen. Hij draagt het alles heel geduldig. En kijk als ze alle drie gekruisigd zijn met de Heere Jezus in het midden word er boven aan het kruis een bordje gehangen. En daar staat op waarvan ze beschuldigd zijn. Waarom ze deze dood moesten sterven. Kijk eens boven de Heere Jezus. Wat staat er boven? Deze is de Koning der joden. En het staat in drie verschillende talen. Zodat alle mensen het kunnen zien wat Hij misdaan heeft. Maar de joden die zien dat ook. Nee, nee Hij is onze Koning helemaal niet. Ze proberen het bij Pilatus nog te veranderen. Maar Pilatus weigerd en zegt wat Ik geschreven heb dat heb ik geschreven. Moet je horen. Het gespot gaat verder. Verlos U dan? Bewijs eens dat U de Zoon van God bent? Anderen heeft Hij verlost maar Zichzelven kan Hij Zich niet verlossen. En ook de twee moordenaars spotten met heel de bende mee. Verlos ons dan! Als U werkelijk de Zoon van God bent? De Heere Jezus zwijgt. Het is een zwijgende Borg. Moet je horen wat de Heere Jezus opeens zegt: Vader, vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen. Hij bidt tot Zijn Vader. Ze weten werkelijk niet waar ze mee bezig zijn. De vijanden die naast Hem hangen. En die om hem heen staan. Hier bid Hij voor de overtreders. Zo bid de Heere Jezus tot Zijn Vader. En later zal blijken dat er vijanden verzoend zijn geworden. Dat er vijanden zijn gaan geloven in de Heere Jezus. En dat is een verhoring op het gebed wat de Heere Jezus hier doet. Maar kijk eens, wat de soldaten daar doen onder aan het kruis. De Heere Jezus ziet het. Ze verdelen de klederen van de gevangenen. Ze zien opeens het opperkleed van de Heere Jezus. Wat is dat een mooi kleed! Er zit geen naad in. Nee, die zullen ze maar niet in stukken scheuren. Die is te mooi en dan gaan ze het verdobbelen. Met een dobbelsteen zouden we zeggen. Ze verdobbelen Zijn klederen. En zo worden ook Zijn klederen weg gegeven aan de soldaten. Hij heeft niets meer. Helemaal niets! Wat zouden de vrouwen die ook bij het kruis staan, zijn familie, Zijn klederen hebben willen houden. Wat kan er een verlangen zijn om iets van Die Jezus te mogen ontvangen. Maar nee, het ging naar die ruwe soldaten. Alles werd van Hem afgenomen en afgepakt. Maar na een poosje wordt het stil aan één kant van de Heere Jezus. Die twee moordenaars hebben zo gespot met de Heere. En die ene gaat maar door!Hij gaat maar door. Ja, ze hebben veel pijn, en als je veel pijn heb, misschien heb je het zelf wel eens meegemaakt, dan kan je een boos woord zeggen. Een slecht woord. Ja, misschien zeg je wel eens een vloek. Wat is dat erg! Dan ben je net als die bende die hier omheen staan of net als de moordenaars aan het kruis. Maar die ene moordenaar die wordt stil. En hij zeg niet veel meer. En op een gegeven moment, als die andere moordenaar doorgaat, dan kan hij het niet meer laten, en dan zegt hij: Vreest gij ook God niet? daar gij in hetzelfde oordeel zijt? Wij toch rechtvaardiglijk, want wij ontvangen straf waardig hetgeen wij gedaan hebben! Maar Deze heeft niets onbehoorlijks gedaan! Wat een belijdenis! Wat een getuigenis! Wat is er opeens met die moordenaar gebeurd? Toen net was hij nog aan het spotten en nu neemt hij het op voor deze Jezus. En hij bestrafd de andere gevangene. Er is hier een heel groot wonder gebeurd. Hier word het gebed van de Heere Jezus verhoord wat Hij net heeft gebeden tot Zijn Vader. Vader vergeef het hun want ze weten niet wat ze doen. Hier is de eerste vrucht al die naar buiten komt van de verhoring van Zijn gebed. Deze moordenaar komt tot de zaligheid. Deze moordenaar zijn zielsogen zijn geopend door de werking vd Heilige Geest in zijn hart. En opeens zie hij dat Deze Jezus niets verkeerds heeft gedaan. Dat Deze Jezus onschuldig aan het kruis hangt. En dat hij deze straf wel heeft verdiend. Want hij heeft wel zonde gedaan! En de Heere Jezus? Ach, Hij hoort het ook! Hij bidt nog verder. Heere gedenk mijner als Gij in Uw koninkrijk zult gekomen zijn! Hoor je die moordenaar bidden? en zuchten en smeken en dan opeens hij had het nooit meer verwacht. Dan zegt de Heere Jezus; Heden zult gij met Mij in het paradijs zijn! Wat is dat groot wat de Heere hier zegt. De Heere Jezus zegt hier eigenlijk, heden dat is nu, als u sterft zult gij met Mij de eeuwige heerlijkheid ingaan. O, als die andere moordenaar toch ook eens gaat zien. Hij hoort het wel, maar hij ziet het niet. En hij heeft er ook geen belangstelling voor. O, wat is dat erg. De Heere Jezus had dan ook naar hem om willen zien. Maar nee, hij spot maar door. Hij wil er niet na horen. Kijk, de Heere Jezus ziet Zijn moeder staan en nog meer vrouwen en Johannes en nog meer bekenden. En dan zegt Hij tegen Zijn moeder: Vrouw zie uw zoon. Hij zegt vrouw kijk eens naar Johannes. En dan zegt Hij tegen Johannes: Johannes zie u moeder. Beschouw ze maar als u moeder. Zorg jij maar voor Mijn moeder. Maar de Heere Jezus zegt niet moeder zie u zoon. Maar Hij zegt vrouw zie u zoon. De Heere Jezus ziet af van alle vleselijke banden. Van alle aardse banden. De Heere Jezus zegt dus, vrouw zie u zoon. En dan gebeurd het ook, want Johannes mag voor Maria gaan zorgen. En zo zorgt de Heere Jezus in de smartelijkste pijnen nog voor Zijn kerk, voor Zijn volk. En dan is het de 6e ure, dan is het ongeveer rond 12 uur midden op de dag. Om 9 uur is de Heere Jezus gekruisigd. De 3e ure. Nu is het al 12 uur in de middag. En het word steeda donkerder, donkerder. Ja, het lijden wordt steeds zwaarder. Maar dan opeens word het echt heel donker. Want opeens is de zon verdonkerd, ja verduisterd. Opeens is het licht weg, midden op de dag, om 12 uur in de middag! Dan schijnt de zon op zijn felst. Maar het wordt opeens donker. En alle monden verstommen. Niemand durft meer wat te zeggen. En het schelden stopt, het spotten stopt. En dan word het ook heel donker in het hart van de Heere Jezus. Want dan word hij zo verlaten van Zijn Vader in de hemel. Dan moet hij zo die toorn en zonde dragen van Zijn volk. En dan word het heel zwaar. En dan op een gegeveven moment roept de Heere het uit: Eloi Eloi Lama Sabachtani. Dat betekend: Mijn God, Mijn God waarom hebt Gij Mij verlaten? Luther zegt misschien heb je er wel eens van gehoord Maarten Luther zegt God van God verlaten. Toen Maarten Luther dit zag heeft hij 3 dagen niet gegeten en gedronken. Wat moet dat ontzettend geweest zijn. God van God verlaten. En dan opeens word het weer licht. Maar de mensen zijn wel onder de indruk. Maar ze gaan weer roepen en spotten. Hij roept Elia de profeet Elia roept Hij. En dan roept de Heere, want Hij krijgt dorst: Mij dorst. Maar de Heere wil geen verlichting in iets. Helemaal niets. Maar dan geven ze zure wijn. Edik. En dat is ontzettend vies. En dan word Zijn lijden nog zwaarder. Hij zuigt er iets van. Maar dan word het nog zwaarder. En dan na een poosje roept de Heere het uit: Het is volbracht! Mijn werk zit erop. Mijn lijden zit erop. Dat bedoeld de Heere. En kort daarna roept de Heere het uit; Vader in Uw handen beveel Ik Mijn Geest. Met een harde stem. Als je zo aan het lijden bent en aan het kruis hangt dan is er eigenlijk geen stem meer over. Maar de Heere Jezus heeft een krachtige stem. Vader in Uw handen beveel Ik Mijn geest. Hier kan je zien dat de Heer Jezus God is. Dat Hij dat met zoveel kracht uitroept en alle mensen het kunnen horen. En daarna buigt Hij het hoofd en dan sterft Hij. Hij gaf de Geest. Deze dag is Goede vrijdag. Het is echt een goede dag voor al Gods kinderen. Een goede vrijdag! En dan is het midden in de middag, 3 uur in de middag als de Heere Jezus gestorven is. En kijk eens, de priester loopt met een schaal bloed en gaat het heilige in. Hij heeft er helemaal geen erg in dat het offerlam op de kruisheuvel geofferd word. Hij is nog bezig met zijn eigen offers. Ja naar de gewoonte van de wet. Ze denken dat de Messias nog komen moet. En ze zijn bezig met hun eigen offers. En vlak voor het voorhangsel staat het gouden reukofferaltaar. Daar strijken ze het bloed aan de hoornen van het altaar. En zo gebeurd dat dagelijks. En zo zijn ze daar bezig. Het wierook aan het aansteken op het reukofferaltaar. Maar dan opeens, scheur het voorhangsel van boven naar beneden. Alsof een reuzehand het door de midden scheurt. Eigenlijk wil de Heere Jezus hier mee zeggen. Nu kan je zo het Heilige der heilige in. Er is betaald. Er hoeft voortaan geen offer meer gebracht te worden. Er is een Ander Offer geslacht. Die heeft Zijn Bloed gestort. Maar de joden hebben er geen erg in. Ze willen er ook niet in geloven. En op dat moment gebeurd er nog veel meer. Er gebeurd een aardbeving. De aarde beeft! En de graven gaan open. En vele heiligen, mensen die de Heere Jezus lief hebben die worden uit de dood opgewekt. Maar ze blijven nog in het graf tot na de opstanding van de Heere Jezus, dan komen ze ook uit hun graf. Dan zullen ze verschijnen in Jeruzalem aan vele van Gods volk. Maar nu blijven ze nog in het graf. Maar ze zijn al wel uit de dood opgewekt. Wat gebeurd hier een groot wonder! En de Romeinse hoofdman hij roept het uit Waarlijk Deze mens was rechtvaardig. Deze Mens was Gods Zoon. Hij kan het niet meer ontkennen. Dit is Gods Zoon. Maar nu is het bijna sabbat en voor de sabbat moeten deze kruiselingen gauw weg. Want dat verontreinigd dan hun sabbat. Ze moeten daarom zo snel mogelijk hier weg. En dan breken ze de beenderen van de twee moordenaars, maar van de Heere Jezus niet. Geen been wordt er van Hem gebroken. Maar één soldaat die steekt Hem zomaar in Zijn zijde. Waarschijnlijk om te kijken of Hij echt gestorven is. En dan komt er terstond Bloed en water uit. En die andere moordenaars hun sterven word bevorderd nu hun beenderen gebroken zijn. En Pilatus staat er ook echt van te kijken. Is Deze Jezus al gestorven? Want deze dood duurde vaak heel lang voordat je echt gestoven was. En als dan de beenderen gebroken werden dan stierf je sneller. En zo gebeurd het. Maar we zien door de straten van jerzualem een man vlug lopen naar het huis van Pilatus. Hij heeft een vraag en Pilatus kijkt vreemd op; wie is die man wat moet die man van hem? Het is Jozef van Arimathea. Hij heeft een grote tuin en in zijn grote tuin een nieuw graf waar nog nooit iemand gelegen heeft. En hij heeft zoveel liefde tot Jezus dat hij vraagt of hij de Heere Jezus mag begraven. En Pilatus geeft toestemming. Maar als Jozef van Arimatea aankomt op Golgotha ziet hij nog iemand. Het is Nicodemus. Nicodemus behoorde ook eerst tot het joodse sanhedrin. Maar nu niet meer. Hij heeft hetzelfde doel. Hij wil ook de Heere Jezus graag begraven. En zo gebeurd het. Samen mogen ze de Heere Jezus meenemen. De lange spijkers worden uit de handen en voeten gehaald. Daarna wikkelen ze de Heere Jezus in een kostbare lijnwaad. En met handvol strooien ze met specerijen die waren door Nicodemus gekocht en meegenomen, die strooien ze tussen het linnen. Dat doen ze zodat het lichaam van de Heere Jezus niet zo snel tot ontbinding zal overgaan. Maar ze hebben er helemaal geen erg in dat het lichaam van de Zaligmaker toch niet tot het bederf over zal gaan. Want de Heere Jezus was immers zonder zonde en Hij zal straks weer opstaan uit het graf. Maar dat weten ze niet, daar hebben ze geen erg in. En zo leggen ze de Heere Jezus in het graf. Maar het joodse sanhedrin is wel wakker. Want had Hij niet gezegd dat Hij na drie dagen op zal staan? En zo word het gauw geregeld, dat er soldaten op de wacht komen te staan bij het graf. En het graf word verzegeld. Zodat de Heere Jezus niet stiekem weg genomen kan worden en dat er dan verteld word Hij is opgestaan. Dat geloven de Joden toch niet dat Hij zal opstaan. Al heeft Hij het wel Zelf gezegd. Wat een domme dwaze mensen. Maar nu de vraag aan jou: Mag jij ook al zeggen, Waarlijk Deze was Gods Zoon.

Misschien dat je de volgende vragen kan maken en kan insturen:

  1. Wie moest het kruis meedragen van de Heere Jezus?
  2. Welke discipel mag voor de moeder van de Heere Jezus gaan zorgen?
  3. Hoeveel kruiswoorden/zinnen spreekt de Heere Jezus?
  4. wat gebeurd er met 1 moordenaar?
  5. Noem jij eens 3 tekenen wat er gebeurd na het sterven van de Heere Jezus?
  6. Welke 2 mannen begraven de Heere Jezus?
  7. Waarom moeten er wachters staan bij het graf?

Weetjes:
Weet jij hoe lang de duisternis geduurd heeft? Antw. 3 uur.
Weet jij wat de geestelijke inhoud betekend van Mij dorst? 
Antw. Hij had zoveel dorst (verlangen) om te sterven voor Zijn kinderen en Zijn Vader daarin te behagen (gehoorzamen)!
 

foto: Unsplash, Samuel McGarrigle