Bijbelverhaal #6

Een overzicht van de vorige verhalen is hier te vinden.

Een voorgelezen versie van de Bijbelvertelling is hier als mp3 beschikbaar.

De kleurplaat van deze week is hier(PDF) te vinden.

Bijbelvertelling: Eliezer zoekt een vrouw voor Izak

Genesis 24

Dag jongens en meisjes,

Weet je het nog van vorige keer? De Heere God ging kijken of Abraham de Heere God echt liefhad. Abraham moest zijn zoon Izak gaan offeren. Net toen hij dat wilde doen, zei de Heere God: “Stop Abraham, je hoeft je zoon Izak niet te doden. Ik heb gezien dat je Mij liefhebt.”

Nu zijn er veel jaren voorbij gegaan. Izak is een grote man geworden. Maar weet je wat er gebeurd is in die jaren en wat heel verdrietig is? Sara, de moeder van Izak is gestorven. Wat zijn Izak en Abraham verdrietig! Nu heeft Izak geen moeder meer en Abraham heeft geen vrouw meer. Ze hielden veel van Sara, maar ze hebben haar moeten begraven. Abraham en Izak hebben aan de Heere God gevraagd of Hij hen wil troosten in het verdriet. 
Als jij verdrietig bent, mag je bidden tot de Heere God en vertellen waar je verdrietig om bent. Je mag vragen of Hij je wil troosten en helpen. De Heere God zal dit ook echt doen.

Nu woont Abraham samen met Izak in de tent. Abraham is een oude man geworden. Hij denkt: als ik over een poosje gestorven ben, is Izak alleen. Wie moet er dan voor hem zorgen? Wat zou het fijn zijn als Izak een vrouw heeft met wie hij kan trouwen, dan is hij ook niet alleen. Maar met welke vrouw moet Izak trouwen? In het land Kanaän waar ze nu wonen, zijn geen meisjes die de Heere God dienen.

Abraham gaat een plan bedenken en dit plan ook tegen de Heere God vertellen. Dat is goed als jij je plan tegen de Heere God vertelt.

Na een poosje roept Abraham zijn oude knecht Eliëzer. 
“Eliëzer”, zegt Abraham, “ik wil iets aan je vragen. Wil jij een vrouw zoeken voor Izak uit het land waar ik vandaan kom, want daar wonen meisjes die de Heere God dienen. Dan kan Izak daar mee trouwen. Nee, geen meisje uit het land Kanaän, want daar dienen de mensen de Heere God niet. Wil je dit aan mij beloven?” 

Oei, wat een moeilijke opdracht is dit. 

Eliëzer zegt: “Maar als die vrouw niet mee wil, moet ik dan Izak naar dat land brengen?”
“Nee, dat mag niet,” zegt Abraham, “Izak moet in dit land wonen, dit is het beloofde land. Als de vrouw niet mee wil, dan heb jij geen schuld.
Maar luister eens Eliëzer, de Heere God zal met je meegaan hoor. Dan komt het vast en zeker goed”.
En zo is het ook. Als de Heere God bij jou is en van jouw plannetjes weet, ja, ook de moeilijke, dan zal Hij je ook helpen hierbij hoor!

“Goed” zegt Eliëzer, “ik zal op reis gaan naar Haran”.
Weet je wat hij meeneemt op reis? 10 kamelen die volgeladen zijn met eten en met drinken en met sieraden.
Het is een lange, lange reis door de woestijn. Ein-de-lijk is Eliëzer er. Hij komt bij een waterput. 
Daar gaat hij met zijn kamelen rusten, want het is avond geworden.
Hoor, Eliëzer bidt. Hij vraagt heel eerbiedig: ”Heere God, wilt U laten merken welk meisje de vrouw voor Izak zal zijn? Straks komen er meisjes uit de stad om water te putten voor de dieren. Ik zal aan een meisje vragen: “Wil je voor mij ook water putten om te drinken?” Als dan het meisje zal zeggen: “Ja hoor, dat wil ik doen en ik wil ook uw kamelen drinken geven” mag ik dan geloven en weten dat dit meisje de vrouw voor Izak zal zijn?”

Ja, je mag altijd bidden en vragen of de Heere God je wil helpen bij moeilijke opdrachten thuis en op school. De Heere God weet alle dingen, ook welke vragen jij hebt.

Zie je daar dat meisje met de kruik op haar hoofd? Ze vult die met water om de dieren te laten drinken. Eliëzer zegt tegen haar: “Mag ik wat water drinken uit jouw kruik?”
“Ja hoor”, zegt ze, “drink maar zoveel als u wilt en ik zal ook water putten voor uw kamelen.”
Eliëzer drinkt van het water en ook de dieren doen dat.
Wat is Eliëzer verwonderd, wat is hij blij! De Heere God heeft zijn gebed gehoord, maar ook verhoord. De Heere God heeft gedaan waar Eliëzer om vroeg. Hij mag geloven en weten dat dit meisje de vrouw voor Izak zal zijn. De Heere God heeft deze vrouw aangewezen als vrouw voor Izak. Eliëzer dankt de Heere God in zijn hart hiervoor! Hij zegt: “Ik loof en dank U Heere God, omdat U mijn gebed heeft verhoord. U heeft de juiste vrouw aangewezen voor Izak. U bestuurt alle dingen, U laat alle dingen gebeuren zoals U dat wilt.”

Wat is het goed om de Heere God te danken als Hij ook jouw gebed verhoord heeft, als Hij gedaan heeft waar jij om vroeg.
Als je de Heere God hebt gevraagd of hij jou op school wilde helpen bij moeilijke sommen bijvoorbeeld of om netjes te schrijven. Als je dan goed na mocht denken over de moeilijke sommen of als jij netjes mocht schrijven, dan heeft de Heere God gedaan waar je om vroeg. Heb je daar de Heere God ook voor gedankt?  

Terwijl de dieren drinken geeft Eliëzer het meisje mooie sieraden. Hij vraagt: “Hoe heet je, wie ben jij?”
“Ik heet Rebekka en mijn vader is Bethuël. U kunt wel bij ons komen slapen hoor en voor de kamelen is er stro en eten genoeg.”

O, wat is de Heere God goed voor Eliëzer. Rebekka gaat naar huis en vertelt tegen haar vader en moeder van Eliëzer. De broer van Rebekka gaat vlug naar Eliëzer toe. Hij zegt: “kom maar mee naar ons huis hoor, dan zullen wij ook voor de kamelen zorgen.”
Eliëzer gaat mee naar het huis waar Rebekka woont. Er wordt eten klaargemaakt. Voordat Eliëzer gaat eten, gaat hij eerst alles vertellen. Van Abraham, van de lange reis en dat hij ging bidden bij de put.
Als Eliëzer klaar is met vertellen, vinden de vader en moeder van Rebekka het goed dat Rebekka meegaat om de vrouw van Izak te worden. Want ze merken wel dat de Heere God het zo wil.

De volgende morgen wil Eliëzer direct op reis. Laban, de broer van Rebekka zegt: “Blijf nog een paar dagen bij ons.” 
Eliëzer zegt: “nee, ik wil nu wel weggaan. De Heere God heeft zo goed gezorgd, nu wil ik snel terug naar Abraham en Izak.”
Ook Rebekka wil zo vlug mogelijk naar Izak toe.
Dan vertrekken ze. 

Na heel veel dagen komen Eliëzer en Rebekka in het land Kanaän. Ineens ziet Rebekka iemand lopen. “Wie is die man?” vraagt ze.
“Dat is Izak,” zegt Eliëzer. 
Izak is naar een rustig plekje gegaan, naar het veld om te bidden tot de Heere God. Ja, je mag overal bidden hoor, de Heere God hoort je altijd en overal als je tot Hem bidt.
Rebekka gaat vlug van de kameel af waar zij op zit. Ze gaat naar Izak toe.
Izak en Rebekka zeggen elkaar gedag…en…ze vinden elkaar aardig en lief.
Ja, Izak en Rebekka willen met elkaar trouwen. Ze geloven dat de Heere God alles bestuurt, dat betekent dat de Heere God er nu voor gezorgd heeft dat Izak en Rebekka elkaar mogen ontmoeten.

Izak en Rebekka trouwen met elkaar. Ze gaan wonen in de tent van moeder Sara. Izak is nog steeds verdrietig omdat hij zijn moeder mist.
Maar nu geeft de Heere God hem een vrouw. Dat troost Izak en dat maakt hem blij.

Wat zorgt de Heere God toch goed voor mensen die Hem nodig hebben.
De Heere God bestuurt ook jouw en mijn leven, ja van ons allemaal. Hij weet wat goed voor ons is. De Heere God wil geven alles wat we nodig hebben.
Hij wil ook dat we Hem voor alle dingen danken en dat we Hem liefhebben.

Heb jij de Heere God nodig voor alle dingen die jij van plan bent om te doen?

Tot de volgende keer allemaal, fijn dat je weer geluisterd hebt! 

 

foto: Unsplash, Federico Gutierrez